Op zoek naar het beloofde land in de Pizza Hut

door Kevin van Huët

Als Snapp-chauffeur zijn er zat momenten waarop je even niets de doen hebt. Die momenten kun je bijvoorbeeld opvullen met het aanleren van allerlei instrumentale handtechnieken. Zoiets moet de chauffeur van mijn allerlaatste Iraanse rit ongeveer hebben gedacht, voordat hij me ‘s nachts naar de luchthaven rijdt. Trots laat hij zien hoe hij al vingerknippend mee-instrumenteert op Ay Bahareh van Mahasti. En schaterlachend ziet hij hoe ik geen van zijn technieken beheers. Aan het einde van de rit geef ik hem mijn laatste rials en verdwijn achter de douane. Op naar Oman. Voor één dag.

In de hoofdstad Muscat word ik wakker in een enorme shoppingmall met een halve liter cafeïne, het wondermiddel om niet de hele dag als een zombie rond te lopen. Ik heb de nacht in het vliegtuig doorgebracht en nu achttien uur om Muscat te verkennen voordat ik doorvlieg naar Sri Lanka, wederom met een nachtvlucht.

Respectful dress

De shoppingmall is het eerste van drie delen waarin ik mijn dag heb ingedeeld. Even daarvoor heb ik mezelf er per bus naartoe laten brengen voor de cafeïne, internet en het zien van vertrouwde winkelketens waar ik toch niets koop. Daarna ben ik van plan door te lopen naar het strand om de koffie in te ruilen voor een verkoelender drankje. En vervolgens wil ik aan het einde van de dag de Sultan Qaboes-moskee fotograferen, de imposantste trekpleister van Muscat. Terwijl ik na de busrit ongegeneerd de borden van de McDonald’s volg naar het winkelparadijs vallen een aantal dingen op.

  1. De auto’s zijn duur, en groot – de motorkappen van de meeste auto’s zijn zo hoog dat ze boven mij uittorenen. Geld moet rollen en dat lukt de Omani’s aardig.
  2. Het dragen van een luchtig wit gewaad – een thawb – is niet alleen vanuit religieus oogpunt uitstekend te verkopen, maar is sowieso geen overbodige luxe in het warme Oman. En dan is het nota bene winter.
  3. Als je in Muscat op zoek bent naar het stadscentrum: ik kan je er niet bij helpen.
  4. Ben je ondernemend en op zoek naar nieuwe verdienmodellen: begin een strandtent in Muscat. Je zult de eerste zijn, in ieder geval ter hoogte van rivier de Wadi.

Een bordje op het strand in Oman dat gepaste kleding noodzakelijk is.

Dat laatste gooide de plannen van dagdeel twee een beetje overhoop. Een strand vol verlaten vissersboten, dure resorts waar Europeanen zich verstoppen de rest van Muscat en keurig schone parkjes waar mannen en vrouwen een ‘respectful dress’ dragen. Maar geen strandtentjes. En ook geen Wadi-rivier trouwens. Een aantal sportveldjes in de rivierbedding geven de opgedroogde rivier in ieder geval nog een functie.

Syriërs en Pakistanen

Nog steeds op zoek naar een plek om wat te drinken, te eten en met de verkoeling van een airco kom ik uit bij de Pizza Hut. Want westerse fastfoodketens zijn er in Oman ongeveer even veel als dure auto’s. Ik weet het, ik ben er niet trots op. De enige wachtende klant voor me heet Yazan, een perfect Engels sprekende Syriër van begin dertig die in Oman werkt als videograaf. Althans, dat zou hij graag willen. Want net als de Wadi-rivier zijn ook zijn werkzaamheden opgedroogd.

We raken aan de praat en hij zegt dat hij zich voorbereidt op een terugkeer naar Syrië. Terug naar het beloofde land. “Het voordeel van de verwoestingen in Syrië is dat alles weer moet worden opgebouwd. Goed voor de werkgelegenheid en het biedt kansen voor ondernemers.” Een paar jaar werken in Oman en hij kan voldoende geld opzijzetten om in Syrië weer iets op te bouwen.

Yazan adviseert me om voor de Pizza Hut-aanbieding te kiezen: twee pizza’s, twee cola’s en potato wedges. Lekker veel, lekker Amerikaans. Als ik vertel dat ik dat – in tegenstelling tot Yazan – nooit op ga krijgen, stelt hij voor het fastfoodoverschot aan een van de Pakistanen op straat weg te geven. “Zij doen vaak zwaar werk en met wat eten maak je ze heel blij.”

Zo gezegd, zo gedaan. En voor ik het weet sta ik potato wedges uit te delen aan de stratenmakers voor de Sultan Qaboes-moskee. Werken, geld terugsturen naar het thuisland en er het beste van maken. Te midden van alle luxe is het voor sommigen een hard bestaan in Oman. In alle rust – en wederom totaal ongegeneerd – poseer ik voor de moskee terwijl mijn camera op statief afdrukt. De Pakistanen met potato wedges kijken toe. Ze zwaaien naar me als ik in de bus stap, terug naar het vliegveld. Ik knijp mezelf om wakker te blijven. Maar vooral om te realiseren wat een enorme bofkont ik ben. Een bofkont in Oman. Voor één dag.

Maar er is... Meer...

1 reactie

Gerookte groente in een onbekende wereldstad – Kevin van Huët 26 maart 2019 - 06:04

[…] op. Dat is goed boeren in Myanmar. Die Europese toerist ben ik. Net daarvoor ben ik aangekomen – niet voor het eerst ‘s nachts – vanuit Sri Lanka via Bangkok. Die laatste vlucht blijkt precies even lang te duren als de rit […]

Reageren is niet mogelijk.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan. Dat is prima Privacybeleid.

Ehm, nope!