Gerookte groente in een onbekende wereldstad

door Kevin van Huët

Midden in de nacht parkeert Grab-taxichauffeur Khin Maung Kyi zijn auto voor de aankomsthal van de internationale luchthaven in Yangon. Hij draait het raampje open spuugt een rode straal bloed de hitte in. Althans, daar lijkt het op. In werkelijkheid kauwt en spuugt Khin betel; een mix van stimulerende middelen en tabak verpakt in het blad van de betelpeper. Het helpt hem door de lange nachten van Yangon heen.

Vannacht heeft Khin mazzel. Zijn gok om bij het vliegveld te gaan wachten levert hem een ritje van een Europese toerist naar de stad en omgerekend bijna vier euro op. Dat is goed boeren in Myanmar. Die Europese toerist ben ik. Even daarvoor ben ik aangekomen – niet voor het eerst ‘s nachts – vanuit Sri Lanka via Bangkok. Die laatste vlucht blijkt precies even lang te duren als de rit van het vliegveld naar mijn hostel in de wijk Chinatown in Yangon. En vast komen te zitten in de ochtendspits blijkt het offer te zijn van Khin om de riante omzet binnen te harken.

De Europese maag

Bij ieder stoplicht rochelt Khin zijn tanden eruit. Hij is niet de enige. Rode betelvegen liggen onder de rode verkeerslichten. De meeste Grab-chauffeurs zijn sneller te herkennen aan de kleur van hun tanden dan aan het nummerbord dat in de app verschijnt als je een rit boekt. Niet alleen bij de stoplichten staan de auto’s stil trouwens. De ruim vijf miljoen inwoners van Yangon hebben gezamenlijk hetzelfde effect op het verkeer als het lokale Birmese eten op een Europese maag: zo nu en dan ontstaat een totale verstopping. En dat is niet per se wat ik in gedachte had bij Myanmar. Dat verkeer dan.

Een betelverkoper op de 26th Street Market.

Wat had ik eigenlijk wel verwacht van Myanmar? Waar denk je aan bij het horen van de naam Yangon? Precies, ik dacht ook nergens aan. Voor mij is het een soort onbekende wereldstad. Yangon heet ook wel Rangoon. Yangon was de hoofdstad van Myanmar, nu niet meer. Myanmar heette op zijn beurt weer Birma, nu niet meer. Volg je het nog?

Na iets meer dan een uur en iets minder dan twintig kilometer verwelkomt de enorme Schwedagonpagode – het heilige deel van de grootste boeddhistische tempel van Myanmar, te zien op de omslagfoto – ons eindelijk in het centrum van de stad. Dat je soms even de tijd moet nemen om van A naar B te komen, betekent overigens niet dat een Grab-chauffeurs niet zijn stinkende best doet om je letterlijk op elke gewenste plek af te kunnen zetten. En dan bedoel ik niet het afhandig maken van geld.

Dagbesteding en kippenvleugels

Daar kwam ik achter in de 26th Street Market, het sociale hart van Chinatown in Yangon. De markt is de ideale plek om Yangon te verkennen en de slechtste plek om als toerist je eten te kopen, hoewel het niet de eerste keer was dat ik me verbaasde over de lokale retail. Rauwe kippenvleugels, varkenspoten en andere onherkenbare stukken vlees liggen te bakken in de volle zon. Vissen liggen op straat, fruit wordt al voorgekauwd door vliegjes. En natuurlijk kun je er betel kopen.

Overal lopen mensen en vanuit de kleine balkonnetjes kijken Chinese Birmezen als een soort dagbesteding uit over het schouwspel van krioelende marktbezoekers. Het enige voedsel dat enigszins wordt bereid tot iets hapklaars zijn de groenten, die worden zo nu en dan gerookt tegen wil en dank. Dat moet ik uitleggen.

De situatie is als volgt: de groenten liggen meestal opgesteld op het midden van de weg. Als het einde van jouw taxirit zich ergens halverwege de 26th Market Street zou bevinden, zou dat in ieder ander land betekenen dat je het laatste stukje zal moeten lopen. In Myanmar niet. In Myanmar brengt de taxichauffeur je gewoon naar de eindbestemming. Tot de laatste meter.

In dat geval ontstaat er een probleem, want de groenten liggen op de weg en in de weg. De oplossing? Groentetillers. Ze verschijnen zodra een taxichauffeur zijn wagen de straat indraait en verplaatsen alle groenten die de weg versperren, zodat de taxi zijn weg kan vervolgen. Of nou ja, bijna alle groenten. De onderste laag laten ze liggen. Die is namelijk niet hoog genoeg om door de onderkant van de taxi te worden geraakt. Het gevolg is dat bladsla, aubergines en wortelen worden gerookt waar je bij staat. Echt waar, niet overdreven. Bewijs vind je onderaan.

Terwijl ik de zojuist gepasseerde taxi nastaar, bedenk ik me dat de eerste uren Myanmar meer vragen oproepen dan antwoorden geven. De volgende taxi stuurt zijn auto de straat in. En weer komen de groentetillers tevoorschijn. Een verkoper lacht om mijn verbaasde gezicht en heet me lachend welkom in Myanmar. Met een grote rode grijns.

Maar er is... Meer...

5 reacties

Bas 26 maart 2019 - 07:42

Mooi verhaal weer! Enne… Eet smakelijk😅

Kevin van Huët 29 maart 2019 - 16:21

Thanks man!

KJ Bosman 29 maart 2019 - 08:40

Hahahah bizar die groenten😂

Kevin van Huët 29 maart 2019 - 16:21

Haha mooi he!

Geblondeerde onzekerheid tussen de tempels – Kevin van Huët 10 april 2019 - 09:06

[…] doen we nog even alsof we in Myanmar zijn. Want om ruim twee weken Myanmar nou samen te vatten met slechts wat gerookte groenten… Oké, daar gaan we dan. Rare inleiding […]

Reageren is niet mogelijk.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan. Dat is prima Privacybeleid.

Ehm, nope!